Dat is koren op z'n molen.
Dat is naar zijn zin.

Hij heeft een klap van de molen gehad.
Hij is niet goed bij zijn verstand.

Daar is wat in de molen.
Daar worden plannetjes gemaakt.

De molen is door de vang.
Zijn plannen zijn vast gelopen.

Wie in de molen komt wordt licht bestoven.
Van personen waar men veel mee om gaat neemt men veel over.

De molen gaat niet om met wind die voorbij is.
Maak gebruik van de gelegenheid wanneer 'ie er is.

De molen naar de wind keren.
Zich aanpassen aan de situatie.

Draaien als de molen.
Voortdurend van mening veranderen.

Het zin in de molen.
Er wordt aan gewerkt.

Hij loopt met z'n molentjes.
Hij is niet goed bij z'n verstand.

Werken als een molenpaard.
Heel hard werken.

Zijn molen maalt niet meer.
Zijn gebit werkt niet meer.